Broeikaseffect
Door het
broeikaseffect stijgt ook de zeespiegel. Het ijs van de polen en
gletsjers smelt. Al dat ijs wordt water en moet door rivieren en
zeeën opgevangen worden. Daardoor stijgt wereldwijd het
waterniveau van zeeën. Dit gaat heel langzaam, maar het is zeker
dat de zeespiegel stijgt. Het KNMI verwacht dat in het jaar 2100
de zeespiegel tussen de 20 en 110 cm gestegen is. Het wordt 1
tot 6 graden warmer op aarde.
Ook moeten we er rekening mee houden dat de rivieren vaker
extreem grote of extreem kleine hoeveelheden water zullen
aanvoeren. Daarnaast komen er meer en zwaardere stormen voor en
is er vaker sprake van extreme regenval.
Nog een probleem is dat het water op de aarde warmer wordt. Warm
water neemt meer ruimte in dan koud water. Hierdoor worden de
rivieren en zeeën nog voller. Hierdoor kunnen meer
overstromingen voorkomen.
 |
 |
Geen
broeikaseffect |
Wel
broeikaseffect |
Daling van de bodem
Het
overstromingsgevaar wordt nog meer vergroot, omdat de
Nederlandse bodem langzaam maar zeker daalt. Deze daling
ontstaat door verschillende oorzaken. In Nederland bouwen we
steeds meer. Waar wegen worden aangelegd en huizen en kantoren
worden gebouwd kan het regenwater niet de grond in. We bouwen
ook steeds meer op plaatsen waar we dat beter niet kunnen doen.
Waar we gas en andere delfstoffen uit de bodem halen klinkt de
grond in elkaar. In grote delen van Nederland bestaat de bodem
uit veen die als een plumpudding in elkaar kan zakken. Je kunt
het ook vergelijken met een spons. In de toekomst moeten we
water meer de ruimte gaan geven.
Rijkswaterstaat verwacht voor het jaar 2050 dat de bodem van
Laag-Nederland tussen de 2 en 60 cm zal zakken. Hoog-Nederland
zal daarentegen 2 cm of meer stijgen.
|